In 1999 werd de vzw ’t Zwin Rechteroever Grondgebied Damme opgericht in het kasteel van Moerkerke. De snel groeiende collectie van de Heemkundige Kring verhuisde in 2009 van de kasteelzolder naar de Sint-Dionysiuskerk, maar de hechte band met het kasteel bleef behouden. De vzw heeft er nog steeds haar Maatschappelijke Zetel, houdt er haar bestuursvergaderingen en de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering. Daarvoor is de kring de uitbaters dankbaar. Bovendien is het kasteel van Moerkerke één van de studieobjecten van de vereniging. Ter gelegenheid van zijn vijftienjarig bestaan heeft de Heemkundige Kring de stand van zaken van de bouw– en bewoningsgeschiedenis van het kasteel samengevat.
Klik hier voor de brochure over het kasteel
Moerkerke wordt het eerst vermeld in 1110 als een van de vier kapellen van Oostkerke, maar ontstond wellicht een generatie eerder als veendorp; Moerkerke betekent immer ‘kerk’ in een ‘moer’, een veenontginningsgebied. Het rechthoekig stratenplan verwijst naar de systematische ontginning van veen om het te drogen tot turf voor brandhout. Wie de veenontginning bekostigde is niet gekend. Mogelijk was het de familie ‘van Moerkerke’. Zij waren de eerste heren die Moerkerke in leen hielden van de graaf van Vlaanderen. Zij hadden het privilege van van jacht en visvangst, goedkeuring van de kerkrekeningen en verslagen, nazicht en goedkeuring bij wateringen. Zo had de heer inzicht in de afwatering van een groot gebied. Wellicht stond er eerst een mottekasteel: een houten toren gebouwd op een motte – kunstmatige heuvel opgehoogd met de aarde van een ringgracht – want het kasteel staat op een hoogte en is omgeven door een slotgracht
In de 14de eeuw kwam er een stenen donjon, een vierkante toren met muren van 1,5 m dik die nu nog te herkennen is in de toegang van het kasteel. Toen verwierf de familie van Praet het leen van de familie van Moerkerke. Lodewijk van Praet was raads- en kamerheer van de hertog van Bourgondië. In die functie regelde hij o.m. in 1369 het huwelijk tussen Margareta van Male, erfopvolgster van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen, en Filips de Stoute, Hertog van Bourgondië.
De laatste telg van het geslacht Van Praet was Karel van Sint-Omaars (°1533-†1569). Hij erfde Moerkerke van zijn moeder Anna Van Praet. Karel was een groot plantenkenner en -verzamelaar, maar blijft vooral gekend als opdrachtgever van aquarellen van planten, de befaamde Libri Picturati. Karel liet afbeeldingen maken van meer dan 1.400 planten zowel in- als uitheemse. Hij wisselde per brief zaden en bollen uit met bevriende botanici in heel Europa, plantte ze in zijn grote tuin in Moerkerke en liet ze natuurgetrouw naschilderen. De aquarellen zitten nu in Krakau.
In 1587 kwam het leen in handen van een Spaans edelman, Clemens van Castilië, die het kasteel grondig verbouwde. In de 17de eeuw werd het opnieuw verkocht en in 1700 werd het gekocht door de pas geadelde Pierre de la Vilette. Philippe François d’Hanins erfde het van zijn schoonbroer in 1716; hij liet het kasteel opnieuw grondig verbouwen. In de 19de eeuw kwam het door huwelijk bij de familie t’ Serclaes de Wommersom die het tussen 1908 en 1912 opnieuw grondig liet verbouwen: de bepleistering van de gevels verdween, er kwam een hoog dak, neorenaissance ramen,… kortom het kasteel kreeg een eclectisch i.p.v. classicistisch uitzicht.
In 1924 richtte de orde van Sint-Franciscus Xaverius er een school voor novicen in.
In 1964 kocht Hubert Van den Broeck het kasteel, dat toen totaal vervallen was. Hij restaureerde het oude kasteel en breidde het uit tot zijn huidige vorm. Sinds 1990 wordt het kasteel beheerd door de familiale naamloze vennootschap “Heerlijkheid van Moerkerke” en uitgebaat als feestzaal.
www.kasteelvanmoerkerke.be